Krantenartikel: "Minister Weyts wil meer herexamens in het secundair onderwijs" (Het nieuwsblad)1/5/2020 Ik las onlangs het artikel "Weyts wil meer herexamens in het secundair onderwijs" in het nieuwsblad. Het basisidee van de minister gaat ervan uit dat herexamens een nuttig instrument kunnen zijn voor de leerling, ook in het secundair onderwijs.
Deze herexamens zijn een normale gang van zaken in het hoger onderwijs maar in het secundair onderwijs worden ze al jarenlang enkel nog in hoogste nood gegeven, bijvoorbeeld omdat een leerling ziek was. Zowel de Katholieke onderwijskoepel als het GO! onderwijs staan voorlopig niet erg open voor deze maatregel. Persoonlijk vind ik het echter wel een goed idee omdat het in mijn ogen voor sommige leerlingen wel degelijk nut kan hebben. Het geeft leerlingen de kans om te leren uit hun fouten en bij te scholen waar nodig. Uit eigen ervaring weet ik dat dit kan helpen. Zo was ik vroeger altijd de kneus bij wiskunde. Ik ontbreek gewoon het nodige wiskundige inzicht. Het gevolg was dat ik op bijna elk examen wiskunde gebuisd was. Nochtans deed ik wel mijn best. Per hoge itzondering kreeg ik ooit van een lerares ook de toelating om mijn examen opnieuw te doen. Omdat ik bij die tweede kans de mogelijkheid had gehad om extra aan de beoogde doelen te werken was ik bij die gelegenheid wel geslaagd. Dat het een ideale remedie zou zijn tegen de zesjescultuur denk ik dan weer niet. Motivatie moet vooral vanuit de persoon zelf komen. Als jij voor jezelf de lat niet hoog legt ga je op je herexamen ook tevreden zijn met een vijf of een zes. Ik zou het vooral doen om de leerkansen te bevorderen ! Het originele artikel kan je HIER lezen.
0 Reacties
In dit artikel van Knack wordt dieper ingegaan op het feit dat er een uur Nederlands werd geschrapt in de lessentabbellen voor de eerste graad secundair onderwijs van de Katholieke onderwijskoepel. Deze beslissing bracht heel wat commotie op gang.
Het uur Nederlands werd vervangen door een extra uur mens & samenleving, wat ik op zich een goede zaak vind. Over de samenleving en onze plek hierin worden vaak te weinig woorden aan vuilgemaakt. Omwille van de commotie rond het verlies van het uur Nederlands werd wel overeengekomen om flexuren aan te bieden wanneer leraren toch zouden merken dat de hoeveelheid lessen Nederlands niet voldoende is om te leerlingen van voldoende kennis te voorzien. Het is net dat laatste stukje dat ervoor zorgt dat er voldoende aandacht overblijft voor Nederlands op onze scholen. Tijdens deze flexuren kunnen namelijk individuele trajecten op maat worden opgestart om leerlingen met taalmoeilijkheden te helpen. Iets waar ik zelf mijn steentje toe bijdraag , aangezien ik taalondersteuning geef aan een anderstalige leerling. Voor deze leerling zijn hier enkel voordelen aan verbonden. Tot slot wordt er in de nieuwe leerplannen ook nadruk gelegd op een vakoverschreidend taalbeleid voor alle vakken. Ik moet zeggen dat het me als toekomstig leraar Nederlands vorig jaar ook raar leek om een uur Nederlands in te boeten. Maar zoals de aanpak nu is zie ik de voordelen er ook zeker van in. Ik ben dan ook van mening dat we het als leraren Nederlands een kans moeten geven. Het originele artikel kan je HIER vinden. Voor kinderen met een beperking en hun ouders is het altijd moeilijk geweest om geschikt onderwijs te vinden. Enkele jaren geleden ging het M-decreet in voege waarbij werd bepaald dat de hoogste prioriteit was om het kind in kwestie toch te kunnen laten meedraaien in het gewone onderwijs, inclusief onderwijs genaamd. Hierbij gaat het kind dus naar een gewone school waar hij weliswaar een traject op maat krijgt. Nu het M-decreet gaat verdwijnen komt dit natuurlijk allemaal op de helling te staan. In het artikel komen twee gezinnen aan het woord: een gezin pro inclusief onderwijs en een gezin contra inclusief onderwijs.
De ouders van Marie vinden het geen probleem dat hun dochter naar het buitengewoon onderwijs gaat. Want, zo zeggen ze, het zijn enkel de rooskleurige inclusieverhalen die je leest in de media. De druk om je kind met een beperking naar een normale school te laten gaan is enorm groot. Je kind naar het buitengewoon onderwijs sturen staat gelijk aan het in een hokje duwen zeggen zij. De ouders van Thieu staan dan weer aan de andere kant. Thieu heeft een motorische beperking waardoor hij ook is gestart in het buitengewoon onderwijs. Doordat hij echter geen mentale achterstand heeft kon hij hier moeilijk aarden. Zijn ouders zagen het M-decreet dan ook als een godsgeschenk. Sinds Thieu op een gewone school les volgt gaat zijn ontwikkeling veel beter. Na het lezen van dit artikel blijf ik met een gewrongen gevoel achter. Het is alsof je voor inclusie en tegen buitengewoon onderwijs moet zijn (of andersom). Naar mijn idee kunnen de twee perfect samen gaan en is daar zelfs geen M-decreet voor nodig. Er zou gewoon moeten gekeken worden naar de noden van het kind. Sommige kindeen zullen beter hun weg vinden in het gewone onderwijs dan in het buitengewoon onderwijs. Het is aan de ouders, het lerarenteam en het kind zelf om te bepalen welke onderwijsvorm voor dat specifiek kind het best zal renderen. Daarnaast moet men ten allen tijde in de mogelijkheid zijn om toch de omgekeerde beweging te maken. Zeker de eerste maanden zou ik zien als een "testcase." In ieder geval, van hokjesdenken moet er worden afgestapt. Het probleem is natuurlijk dat sommige beperkingen zeer specifiek zijn.. Dat vraagt voor een gewone school extra inspanningen. Ik vrees dan ook dat de discussie over hoe we deze kinderen zich ten volle kunnen laten ontplooiien nog niet ten einde is. Het originele artikel kan je HIER raadplegen. Zoals jullie op deze blog reeds meermaals konden lezen ben ik een grote fan van Elvis Presley. Het is niet zo dat ik andere artiesten niet aan bod wil laten komen , integendeel. Zelf ben ik een all round cultuur/muziekliefhebber. Elvis is echter mijn houvast , altijd keer ik naar hem terug. Zeker in deze periode, de kerstperiode. Want wat velen niet weten is dat Elvis naast zijn bekende repertoire met hits als “Jailhouse rock” , “It’s now or never” of “Suspicious minds” een groot arsenaal aan religieuze en kerstliederen heeft uitgebracht. De man was zelf dan ook diepgelovig, iets wat velen die zich niet zo in zijn leven verdiept hebben als ik vaak van opkijken. Samen met mijn moeder, die ook fan is bezocht ik op 13 december dan ook het concert “Elvis Christmas special” in het theater te Veldhoven. Wat dit concert speciaal maakte is dat veelvuldig winnaar van de titel “beste Elvis tribute artist ter wereld” Dwight Icenhower de vocals verzorgde. Verwacht hierbij geen in jumpsuit geklede fantast die halfslachtige covers zingt. Neen, deze man kan echt zingen. Hij verzorgd zijn act en treed op om Elvis te eren, niet om hem belachelijk te maken. Om dit verder te bewijzen werkt de show op het podium met enkele originele muzikanten uit Elvis zijn 70’s band. Zo waren er drummer Bob Lanning en de backing vocals van de sweet inspirations (Waar Cissy Houston, moeder van Whitney Houston, ooit nog lid van was. ). Deze mensen zijn vandaag de dag uiteraard bejaard maar toch reizen ze met dit soort tribute shows nog steeds de hele wereld rond. Rondom mij zag ik naast veel mensen uit de oudere generatie toch ook een heel aantal jonge gezichten , wat toch bewijst dat de muziek van Elvis nog steeds aanspreekt. Deze muzikanten verrijkten de show ook met persoonlijke verhalen over hun band met Elvis. Dit was een kerstspecial dus uiteraard kunnen kerst en gospelnummers dan niet ontbreken. Onder andere “Blue Christmas” en “How great thou art” waren hoogtepunten van de show. Zelf geniet ik altijd het meest van “Always on my mind” , een nummer dat voor mezelf een diepe persoonlijke betekenis heeft. Elvis heeft het helaas zelf nooit live gezongen maar in dit soort shows gebeurt dat gelukkig wel. Voor mij een kippenvelmoment. Afsluiten werd er gedaan met de monsterhit “Suspicious minds” uit 1969. Het uitverkochte theater veerde recht en gaf Icenhower een staande ovatie. “Sterren komen, sterren gaan, alleen Elvis blijft bestaan.” Een goede stand up comedian kan ik altijd smaken! Zelf ben ik nogal fan van de harde humor van Alex Agnew of de droge humor van Phillipe Geubels. Een komiek die ik echter nog nooit aan het werk zag was Xander De Rycke. Met zijn show "Xander De Rycke houdt het voor bekeken" deed hij de afgelopen weken ook Herentals aan. Ik twijfelde lang om te gaan kijken maar omdat ik via vrienden hoorde dat de show echt goed was besloot ik toch om te gaan. Helaas, alle shows in 't Schaliken waren uitverkocht.. Tot er werd aangekondigd dat er toch nog een extra show zou komen. Deze ging gisteren door in 't Schaliken en na lang twijfelen was ik er dus aanwezig voor een avondje topcomedy, ik werd hierbij vergezeld door jesse, Tim en Daan, enkele vrienden van buiten de schoolmuren die ook wel van een avondje grappen en grollen houden.
De titel van de show verklapt het eigenlijk al een beetje, De Rycke neemt in zijn show het hedendaagse tv landschap onder de loep. Zelf kijk ik niet zo heel veel tv. Meestal ben ik wel op de hoogte van wat er in het tv landschap gebeurt door filmpjes op sociale media. Gelukkig maakt De Rycke veel gebruik van beeldmateriaal ! Zo kan je toch zeker altijd volgen en zelfs lachen met grappen die over zaken gaan die je niet hebt gezien. Dat was wel jammer, gelukkig had ik toch nog voldoende tv kennis om bij de meeste grappen wel in een deuk te liggen ! De Rycke zijn stijl bevalt me ook wel. Hij spaart niemand in zijn show, elke acteur of programma moet eraan geloven. Enkele voorbeelden: Guy Van Sande, Pommeline van temptation island, Niels Destadsbader, Kris Wauters en Danny Verstraeten, zelfs de mensen van "down the road." Niet iedereen zal dit soort humor kunnen smaken. Zeker in tijden waarin mensen steeds vaker aanstoot nemen aan bepaalde zaken. Ik ben echter van mening dat je net met alles moet kunnen lachen. Humor is voor veel mensen een lichtpuntje om bepaalde dingen net beter te verwerken. Zelf heb ik een goede vriend die permanent aan een rolstoel is gekluisterd. Ik maak daar ook grappen over met hem. Hij heeft het ook liever zo zegt hij dan dat ik elke keer mijn medelijden laat blijken. Dat is de kracht van hmor voor mij. Xander De Rijcke, het was een prachtige show! Ik heb spijt dat ik zo lang heb gewacht om een keertje te gaan kijken. Na afloop verlieten mijn vrienden en ik tevreden de zaal waarna we nog een paar pintjes (cola's voor mij) zijn gaan drinken op onze gezondheid met de nodige grappen erbij! Afgelopen zaterdag stond één van de grootste filmhits van 2019 op mijn programma: Joker. Deze film over het verhaal achter de grote schurk in de Batman verhalen wordt al maanden gehypet door de media. Er kwamen zelfs negatieve berichten: mensen zouden de zaal uitlopen bij vertoningen van de film vanwege overdreven geweld. Ik wou wel eens weten wat daar nu van waar was. Samen met mijn Collega’s/Vrienden uit de opleiding Pieter en Ruben ging ik op onderzoek uit. Allereerst dit: Joker is inderdaad een donkere film, je wordt er niet bepaald vrolijk van. Dat hoeft ook niet , de film heeft als doel te tonen hoe het monster in de gewone man Arthur Fleck wakker wordt en hij de superschurk wordt. Arthur is een volwassen man met een aandoening, hij kan uitbarsten in oncontroleerbare lachbuien. Sociaal is hij onderontwikkeld en hij woont dan ook met zijn moeder op een klein appartement. Hij verdient zijn boterham door zich te verkleden als clown. Het moge duidelijk zijn, Arthur leeft in de marge van de samenleving. Alsof dat nog niet erg genoeg is wordt Arthur op een dag hardhandig beroofd van zijn reclamebord dat hij moet dragen op zijn werk. Het enige doel van de jongeren die dit deden is om Arthur belachelijk te maken. Hij is wel vaker mikpunt van spot , daarnaast wordt hij ook heel vaak verkeerd begrepen. In combinatie met zijn wankele mentale gezondheid laat dit een monster in Arthur ontkiemen. Wanneer hij bij een zoveelste pesterij door het lint gaat en zijn eerste moorden pleegt veranderd alles. Het monster is los gebroken. Vanaf dan is er geen houden meer aan. Arthur droomde er altijd van om beroemd te worden als stand up comedian. In plaats daarvan wordt hij beroemd als de grootste superschurk die Gotham ooit heeft gekend. De film is in de eerste plaats een aanklacht tegen de maatschappij van 2019. Er zijn wel eerder pogingen ondernomen om een verhaal te schrijven over hoe de Joker werd wie hij geworden is. Maar het is de eerste keer dat de oorzaak expliciet bij de maatschappij wordt gelegd. Deze film is dan ook een interpretatie, de kijker kan na het kijken van de film zelf beslissen wat hij gelooft en wat niet. Het stemt je in ieder geval tot nadenken. Joker is een van de beste films die ik ooit heb gezien en de acteerprestaties van Joaquin Phoenix zijn subliem. Wat mij betreft wordt Joker terecht de film van het jaar genoemd. Wat de kritiek op het geweld betreft ? Joker is veelal een psychologische film, in de gemiddelde James Bond film zit vijf keer meer geweld. Toen ik onlangs het laatste nummer van het vaktijdschrift Fons ter hand nam was er een artikel dat me meteen opviel: "mediawijsheid in de les Nederlands." In het artikel komen lessuggesties naar voren om met leerlingen rond mediawijsheid te werken. Anno 2020 wordt dit enkel nog belangrijker. In deze sociale mediatijd moet je goed opletten hoe je met je gegevens en die van anderen omgaat. In de lessen van "het triple traject" hebben wij, studenten lerarenopleiding, zelf ondervonden hoe belangrijk dit is.
Nederlands is eveneens het ideale vak om dit te integreren aangezien wij voor ons vak zeer afhankelijk zijn van het gebruik van media. Zonder tekst, beelden of ander authentiek materiaal staan we nergens. Zeker bij lessen over lezen en schrijven is het belangrijk om voldoende mediawijsheid aan de dag te kunnen leggen. Vlot een onderscheid maken tussen echt en fake news is zeer belangrijk. Dit geldt naar mijn mening eveneens voor andere vakleerkrachten. De werkvormen die in het artikel aan bod komen vind ikzelf zeer verrijkend. Vooral de traditionele kennismakingsronde overslaan door elkaars "digitale vingerafdruk" op te zoeken en zo elkaar te leren kennen vind ik boeiend. Zo breng je een soort schokeffect teweeg bij de leerlingen. Ze weten meteen dat je heel veel over onbekende mensen kan te weten komen indien de persoon in kwestie zijn/haar gegevens niet goed beschermt. Een echte eye- opener als het ware. Ik ben zelf enorme voorstander om dit soort materie te integreren in de lessen. Het is nu eenmaal zo dat we vandaag de dag in een wereld leven waar "zelf nieuws maken" een realiteit is. Het is onze taak om leerlingen bewust te maken van de voordelen alsook nadelen van deze evolutie. Dankzij dit artikel heb ik zeker nieuwe mogelijkheden ontdekt om mijn lessen rond op te bouwen in de toekomst! Bron: Fons , september 2019 Als er een film op mijn verlanglijstje stond voor 2019 dan was het wel de live action remake van The Lion King. Zoals jullie vorig semester reeds konden lezen in mijn review van Dumbo ben ik niet echt een grote fan van live action remakes. Toch wou ik deze film absoluut gezien hebben. Waarom? Omdat de Lion King niet alleen jeugdsentiment is voor me maar eveneens een deel van mezelf. Deze film en het verhaal van de Lion King hebben me al vaak geïnspireerd in het leven. Deze passie deel ik met twee collega’s/vriendinnen uit de opleiding: Marjolein en Laura , die me dan ook vergezelden tijdens deze voorstelling. Vooraf hoopte ik dat men het originele verhaal in ere had gehouden. Het zou jammer zijn om hier aan te sleutelen, dat kon toch niet dacht ik ? Deze twijfels werden gelukkig al weggenomen bij de openingsscène waar de opgaande Afrikaanse zon en de eerste noten van “Circle of life” ons meteen in de juiste stemming brachten. De visuele effecten waren verbluffend mooi en we konden ons niet weerhouden om in deze openingsscene al een traantje weg te pinken. Sowieso zit een van de grootste sterktes van het blijvende succes van de Lion King hem in de prachtige soundtrack. Nummers als “Circle of life” en “Can you feel the love tonight” zitten in het collectief geheugen van menig persoon. Maar ook de instrumentale soundtrack door Hanz Zimmer laat je wegdromen. Nummers als “This land” roepen diepe emoties op bij de luisteraar. In deze live action versie komt daar nog eens “spirit” bij van Beyonce (die eveneens de stem van Nala verzorgd in de Engelse versie). Hoewel het nummer op zijn plaats zit in de film had het voor mij persoonlijk geen meerwaarde. Het nummer komt ook te schreeuwerig over vind ik persoonlijk. In het verhaal zelf zijn enkele subtiele toevoegingen gedaan die wat meer achtergrond informatie geven over onze favoriete personages van “Pride rock.” Het maakt het dramatisch effect van de film enkel nog groter. Hoewel niet alle aanpassingen in dialoog even geslaagd zijn blijft de film overall een inspirerend kijkstuk met de nodige kippenvelmomenten. De Lion King blijft een tijdloos verhaal voor jong en oud. Dankzij deze film leert een nieuwe generatie het verhaal van Simba en Nala kennen. Waarschijnlijk ligt het ook aan het feit dat ik grote fan ben van de Lion King, maar van deze remake heb ik oprecht genoten. Al blijft de originele animatiefilm uiteraard ongeëvenaard! Kun je net als ik geen genoeg krijgen van de lion King , beluister hieronder dan een prachtige filmversie van “Can you feel the love tonight.” Beste lezers Doorheen het tweede semester zijn we in onze opleiding veel bezig geweest met gedichten , dichtvormen, dichters,.. Kortom met poëzie. Daarom wil ik dit semester gebruiken om enkele gedichten uit te lichten die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen en die op één of andere manier zijn "blijven hangen." Vandaag krijgt u mijn vijfde en laatste gedicht, een speciale afsluiter! "Danny Boy" is namelijk geen gewoon gedicht. En Frederick Edward Weatherly was geen gewone schrijver/dichter. Hij heeft de lyrics geschreven voor honderden liedjes. Ook "Danny Boy" is op muziek gezet. De tekst is met name gezet op de melodie van "Londonnery air" , een prachtig muziekstuk en het Onofficiële volkslied van Noord-Ierland. Dit gebeurde voor het eerst in 1913, drie jaar nadat Weatherly Danny Boy schreef. Het lied won aan populariteit in de jaren 40 en 50. Vanaf toen begonnen wereldberoemde artiesten het lied op te nemen, enkele voorbeelden: 1961: Jim Reeves 1965: Johnny Cash 1967: Tom Jones 1972: Roy Orbison 1976: Elvis Presley (jaja hier is hij opnieuw!) De betekenis van Danny Boy is voor interpretatie vatbaar. Maar de meest gangbare is dat het verhaal gaat over een vader die zijn einde voelt naderen. Hij ziet zijn zoon naar de oorlog vertrekken en hij weet dat het waarschijnlijk de laatste keer zal zijn dat hij hem ziet. Zoals u ziet is de dood ook hier weer een thema. De dood en het leven , twee contradictorische begrippen, lijken in elk van mijn favoriete gedichten terug te komen. Evenals de link met muziek. Over muziek gesproken, ik wil u uiteraard de muzikale versie van "Danny Boy" niet onthouden. En nee, deze keer laat ik de versie van Elvis Presley niet horen (die moet u zelf maar eens opzoeken ;) ) , hij komt al genoeg aan bod op deze blog. Neen, ik kies voor Roy Orbison. Een man met een stem als een engel. Helaas vergeten door de hedendaagse jeugd, al zal "Oh pretty woman " bij sommigen nog een klein belletje doen rinkelen. Orbison zijn opname van "Danny Boy" laat echter zijn zangtalent op ongekende hoogten naar boven komen. Bovendien zingt hij een aangepaste versie waarin het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de zoon. Het is onmogelijk om bij Roy Orbison zijn prachtige melancholieke, breekbare stem in combinatie met dit verhaal onbewogen te blijven. Luister en geniet: Beste lezers Doorheen het tweede semester zijn we in onze opleiding veel bezig geweest met gedichten , dichtvormen, dichters,.. Kortom met poëzie. Daarom wil ik dit semester gebruiken om enkele gedichten uit te lichten die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen en die op één of andere manier zijn "blijven hangen." Vandaag krijgt u er een over de schoonheid van een nieuwe morgen: De vorige keer toen ik twee gedichten besprak kwam u te weten dat ik schrik heb voor de dood. Vandaar dat ik het meemaken van elke nieuwe ochtend graag in me opnieuw. Een nieuwe dag betekent nieuwe kansen en nieuwe avonturen. Het is ook mijn favoriete moment van de dag om te filosoferen. Ik vind dat dit gedicht de schoonheid van een nieuwe ochtend perfect verwoordt! Bij dit gedicht wil ik ook graag het liedje "Morning has broken" van Cat Stevens (tegenwoordig gaat die door het leven als Yussuf Islam) laten horen omdat het er zo perfect bij past. Het is ook één van mijn favoriete liedjes! Beste lezers Doorheen het tweede semester zijn we in onze opleiding veel bezig geweest met gedichten , dichtvormen, dichters,.. Kortom met poëzie. Daarom wil ik dit semester gebruiken om enkele gedichten uit te lichten die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen en die op één of andere manier zijn "blijven hangen." Vandaag krijgt u er twee over leven & dood: Het eerste gedicht "Bloemen noch kransen" genaamd is een wielergedicht. Zelf ben ik een grote wielerfanaat. De koers is voor mij ook een metafoor voor het leven. Een weg met vallen en opstaan. Iets wat ik zelf in mijn eigen leven en sportloopbaan ook al meermaals mocht ondervinden. Helaas zijn de wielrenners waarover dit gedicht gaat nooit meer opgestaan. De rode draad doorheen dit gedicht is namelijk "de dood." Elke wielrenner in dit gedicht stierf tijdens zijn loopbaan op jonge leeftijd aan de gevolgen van een valpartij of een ongelukkige samenloop van omstandigheden (Pantani, Simpson). Al deze wielrenners hadden nog een heel leven voor zich. Het is tragisch dat ze op deze manier zijn heengegaan. Zelf denk ik ook vaak na over de dood en (jong) sterven is dan ook een van mijn grootste angsten. Als triatleet zit ik ook vaak op de fiets. Dan besef je soms toch dat veilig en wel terug thuiskomen iets is om dankbaar voor te zijn. Het tweede gedicht "Het leven is" koos ik uit omdat dit gedicht het leven viert op een manier zoals ik dit ook wil doen. De levensvreugde spat van dit gedicht af. Levensvreugde die ik ten volle bezit. Vandaar waarschijnlijk ook mijn angst voor de dood. Op de website van het tijdschrift knack las ik een opiniestuk van Sihame El Kaouakibi van de Open VLD. Het volledige artikel kan u raadplegen via deze link.
In het opiniestuk wordt een van de grootste frustraties aangekaart die leerkrachten vandaag hebben, namelijk het teveel aan extra taken naast het lesgeven. Hieronder valt ook het extra zorg toedienen aan leerlingen die het nodig hebben. Het gaat dan vooral om leerlingen met leerproblemen, psychische problemen, sociale problemen,.. Het feit dat er van leraren steeds meer wordt verwacht zorgt dat er een groot percentage van de nieuwe leerkrachten het onderwijs binnen de vijf jaar al verlaat. Ondertussen verlaat één op vijf leerlingen in de provincie Antwerpen de middelbare schoolbanken zonder diploma. Angstwekkende cijfers. De lege stoelen voor de klas alsook in de klas moeten terug worden gevuld! Om dit te bewerkstelligen stelt mevrouw El Kaouakibi voor om de zorg van leerlingen te verhuizen naar buiten de schoolmuren in gespecialiseerde zorgcentra. Bijna elke wijk zou op termijn over zo'n zorgcentrum beschikken. In deze centra zou dan een team van experts klaarstaan om de leerling in kwestie te helpen of bij te staan waar nodig. Op die manier kunnen de leerkrachten zich op school bezighouden met hun kerntaak, namelijk lesgeven. De zorgleerkrachten kunnen in de centra ook veel beter specifieke hulp bieden dan dat ze op school voor elke leerling maar een halfuurtje tijd hebben. Ik vind dit idee op zich zeer mooi en ook heel nobel. Daarnaast ben ik er ook van overtuigd dat het onderwijs eens moet gaan herbronnen over de invulling van bepaalde taken van leerkrachten. (de administratieberg is er bv ook één van) Ik vind dat we inderdaad als leeraar ons uiterste best moeten doen om elke leerling "mee" te krijgen. In de praktijk is dat , zoals ik zelf al heb ondervonden tijdens mijn stage, een zeer lastige opgave. Wanneer je verschillende leerlingen in je klas hebt met extra zorgnoden gaat het lesgeven hieronder lijden. Het idee van deze zorgcentra klinkt me daarom als muziek in de oren. Ik vraag me alleen af of dit op korte of middellange termijn haalbaar gaat zijn. Ik zou persoonlijk eerst starten met een zorgcentra per fusiegemeente (dus bv één voor Wechelderzande-Lille-Gierle-Poederlee samen) en twee per stad. Zo kan men dit project al op grote schaal testen. Hopelijk kunnen er ook budgetten vrijgemaakt worden om deze centra effectief te openen. Het is in ieder geval goed dat men over oplossingen nadenkt om jonge leerkrachten niet meteen te demotiveren bij de start van hun loopbaan. Hopelijk levert het effectief iets op. De extra zorguren zijn en blijven een noodzaak om elke leerling zich ten volle te laten ontwikkelen, dus als de zorgcentra geen optie blijken te zijn moet men andere oplossingen zoeken ! De expo “sportverleden van de Kempen” stond al een tijdje op een verlanglijstje. Deze expo reist door de Kempen. Onlangs stond hij opgesteld in Vorselaar. Helaas kon ik dat weekend niet gaan omwille van mijn eigen sportieve uitdagingen. (Het BK ploegentriatlon, lees erover op mijn sportieve blog larsbaeyensweebly.com). Vandaar dat ik mijn bezoek moest uitstellen tot 18 mei. De tentoonstelling stond ondertussen opgesteld in het mooie Lier (cc Het vleeshuis op de grote markt).
Waarom kies ik nu net voor een expo over het sportverleden van de Kempen ? Uiteraard omdat ik zelf heel sportief ben en sport me dan ook geweldig interesseert. Daar ga ik niet flauw over doen. Maar daarnaast is sport een essentieel onderdeel van de cultuur in veel landen of streken. Zeker in een sportland als België. Sport is hier dan ook zeer volks begonnen. De volksspelen waren dan ook de eerste halte op de tentoonstelling. Ik zag op vergeelde foto’s de wortels van onder andere tennis (kaatsen) , golf (kolven) en de oudste Kempische schuttersgilden. Alsook de pure volksspelen als paapgooien, Hanenkraaien, sjoelbakken en kegelen. Voor de uitvinding van de televisie waren deze volksspelen het ideale tijdverdrijf. Voor gewone mensen was het lang moeilijk om aan sport te doen. De invoering van de werkdag van 8 uren (in 1921) en het betaald verlof (in 1936) veranderden dit zoetjesaan. Ze maakten de weg vrij voor internationale toppers zoals Rik Van Looy (wielrennen) en Fons Brydenbach (atletiek). De decoraties van deze laatste bekijken was wel speciaal omdat ik hem nog persoonlijk heb gekend , tot hij in 2009 jammerlijk veel te vroeg overleed. Het laatste deel van de tentoonstelling stalde dan weer objecten uit van meer hedendaagse Kempische sporthelden zoals Bart Wellens (veldrijden) en Marieke Vervoort (G-sport). Sporters die in het verleden de grote massa wisten te beroeren met hun prestaties. De opstelling van de tentoonstelling was origineel en inventief. In het midden van de zaal waren kleedkastjes gezet. In elk kastje vond je info en memorabilia over de desbetreffende sport, ploeg of individuele sporter. Aan de wanden waren grote foto’s of truien opgehangen en op de vloer stonden de trofeeën die te groot waren voor in de kastjes te zetten. Toen ik langs dit alles was rondgegaan was het voor mij duidelijk: deze tentoonstelling is met veel liefde en zorg samengesteld. Het culturele aspect kwam ook sterk naar voor. Je merkt hoe sport mensen samen brengt. Dit is van alle tijden. In de tijd van de volksspelen brachten deze mensen samen om even de sleur van het dagelijks leven te vergeten. Later gingen mensen samen naar sportwedstrijden kijken of samen sport beoefenen in clubverband. Ik kan uit eigen ervaring vertellen dat je hierdoor steeds nieuwe mensen leert kennen en jezelf als persoon blijft ontwikkelen. Daarnaast zijn grote sporters vaak inspiratie geweest voor literatuur of zelfs poëzie. Vooral bij wielrenners zie je vaak dat ze (al dan niet terecht tot helden worden verheven). Wielergedichten vormen zelfs een aparte tak binnen de wereld van de poezie. Getuige hiervan onderstaand gedicht over Rik Van Looy (die uitgebreid aan bod kwam in de tentoonstelling)en het wereldkampioenschap wielrennen van 1963: Er kropen veel mensen vroeg uit hun kooi om te kijken naar Rik Van Looy Ja, hij was een beetje zenuwachtig daarom was zijn pedaalstoot minder krachtig De renners vertrokken lui op zoek naar de nieuwe regenboogtrui Halfkoers heeft de alarmklok geluid want er zaten drie renners vooruit Opeens vluchtte Jo De Haan en na een uur was alles gedaan Nu was alles te herbeginnen iedereen dacht ... Van Looy gaat winnen Alle Britten begonnen te hopen toen Simpson ging lopen Maar Armand Desmet, de trouwe wachter ging er onmiddellijk achter Toen het peloton naar de aankomstlijn reed ging Beheyt Van Looy kloppen op de meet Ik las het artikel op HLN.be "katholiek onderwijs wil maatregelen om ondermaatse leerkrachten sneller te
kunnen ontslaan." Het volledige artikel kan u raadplegen via deze link. In het artikel stelt de katholieke onderwijskoepel dat uit een studie blijkt dat één op de vijf leerkrachten over zijn collega's vindt dat ze het niet goed doen. Men concludeert hieruit dat een beter personeelsbeleid nodig is. Bijgevolg wil men niet meer met elke leerkracht een evaluatiegesprek houden elke vier jaar. Men wil dit enkel verder zetten bij leraren waarbij in het verleden functioneringsproblemen zijn opgedoken tijdens één van deze gesprekken. Deze leraars moeten op coaching kunnen rekenen. Voor een kleine groep zal dit echter niet genoeg zijn. Vervolgens komt men met enkele voorstellen om de evaluatieprocedure sneller en makkelijker te laten verlopen. Dit klinkt allemaal heel mooi maar het werkelijke pijnpunt zit volgens mij nog steeds bij de vaste benoeming. Dat is een van de vele redenen waarom jonge leerkrachten na een korte periode het onderwijs verlaten. Ze geraken niet vastbenoemd en "springen" van interim naar interim. Daartegenover staan leraars die wel vastbenoemd zijn en denken dat ze dan op hun lauweren kunnen rusten (uiteraard gaat dit over een minderheid, de meeste leraars doen hun werk gewoon goed). Ik denk daarom ook dat men het systeem van de vaste benoeming eens moet evalueren en herbekijken om daarna aan evaluaties van leerkrachten te beginnen. Want net zoals de leerlingen moeten leerkrachten uitgedaagd worden om zichzelf maximaal te ontplooiien op hun werk! Beste lezers Doorheen het tweede semester zijn we in onze opleiding veel bezig geweest met gedichten , dichtvormen, dichters,.. Kortom met poëzie. Daarom wil ik dit semester gebruiken om enkele gedichten uit te lichten die ik de afgelopen maanden ben tegengekomen en die op één of andere manier zijn "blijven hangen." Vandaag krijgt u een Elvis haiku te lezen! Een Haiku is een kort gedicht van slechts drie regels. Vaak stemt het tot nadenken. In dit specifieke geval gaat de haiku over mijn grote idool Elvis Presley, wat meteen ook verklaard waarom ik voor dit gedicht koos. In slechts drie regels wordt het verdriet en onmacht beschreven die er in Memphis heerst na de dood van "de king" op 16 augustus 1997, binnenkort alweer 42 jaar geleden.. Het gedicht laat ons echter ook geloven dat Elvis zijn ziel verlossing heeft gevonden. Vandaar ook de "that's all right mama" op het einde, eveneens een verwijzing naar Elvis zijn allereerste nummer. Ik hoop voor hem dat hij inderdaad in vrede rust nu want die man wist dat hij ging sterven (iets wat ook in deze haiku naar voor komt vind ik). Zijn medicijnenverslaving en gebroken hart hadden een wrak van hem gemaakt. Toch wist hij in zijn laatste maanden nog steeds zijn publiek te beroeren. Kijk en geniet mee van een wondermooie versie van het lied "unchained melody ", gezongen ongeveer twee maanden voor zijn dood. "His hart gave out, but his voice never did." Zoals u waarschijnlijk reeds weet, indien u deze of mijn andere blog vaker leest, ben ik een sportfanaat. Vandaar ook mijn keuze voor dit boek. Ik heb het echter niet alleen daarom gekozen. Ook omdat Frank Vandenbroucke de laatste weken opnieuw in de media komt in de aanloop naar de nieuwe docureeks “Ik ben god niet” die vanaf volgende week elke maandag op canvas wordt uitgezonden. Daarnaast ben ik steeds geïnteresseerd in tragische levensverhalen. Een categorie waar Frank Vandebroucke, bijgenaamd Il Bimbo d’oro (het godenkind), absoluut bij hoort. Tot slot lees ik in mijn vrije tijd sowieso veel biografieën. Vaak van sporters, muzikanten of historische figuren. Voor de mensen die nog nooit van Frank Vandenbroucke hebben gehoord , wat absoluut mogelijk is indien u een broertje dood hebt aan sport. Hij was een sterke Belgische wielrenner uit Ploegsteert die van ongeveer 1995 tot 1999 tot de internationale top in zijn sport behoorde. Daarna ging het echter steil bergaf met hem. Hij was op enkele jaren verworden tot een schim van zichzelf. Depressies en drugsproblemen staken de kop op. Uiteindelijk stierf hij in 2009 in een dubieus Senegalees hotel, net geen 35 jaar oud. Ik verwachtte voor het lezen van het boek vooral om inzicht te kunnen krijgen in het hoe en waarom het zover is kunnen komen met Frank Vandenbroucke. Zelf heb ik zijn neergang niet bewust meegemaakt. Vandenbroucke was reeds een karikatuur van zichzelf toen mijn interesse voor sport en specifiek wielrennen werd gewekt. Maar het intrigeert me des te meer hoe iemand die schijnbaar alle succes lijkt te hebben van zijn leven zulke puinhoop kan maken. Enkele jaren geleden las ik reeds een biografie over Vandenbroucke, “ik ben God niet”, geschreven door Frank zelf ongeveer een jaar voor zijn dood. Zijn verhaal wordt hier dus ook uitsluitend vanuit zijn standpunt belicht. In dit nieuwe boek simpelweg getiteld “VDB , de biografie” komt zijn verhaal vanuit verschillende perspectieven aan bod. Zijn vrienden, kennissen en ook zijn ouders werkten mee aan het boek door middel van hun getuigenissen. Door deze getuigenissen van intimi uit Vandenbrouckes kring komt een beeld naar voren dat haaks staat op wat hij zelf in zijn eigen boek vertelt. Namelijk dat van een eeuwige twijfelaar, iemand met grote faalangst ook. Een verhaal dat ik schrijnend vind is hoe Vandenbroucke zijn eigen hand breekt door ze tegen de muur te slaan. Zo zou hij niet moeten starten in de wielerwedstrijd Parijs-Nice, bang als hij was om af te gaan. De lezer maakt van dichtbij mee hoe de succesvolle coureur zichzelf verliest in een medicijnenverslaving. Een verslaving zo erg dat hij er soms compleet paranoia van wordt. Stilnoct, een paardenmiddel tegen slapeloosheid is één van de grote boosdoeners. Vandenbroucke wordt er onhandelbaar door, zelfdestructief ook. Hij maakt comeback na comeback die allen mislukken (op een 2de plaats in de wielerklassieker Ronde Van Vlaanderen in 2003 na). In de zomer van 2009, tien jaar na Vandenbroucke zijn mooiste overwinning uit zijn loopbaan (de wielerklassieker Luik Bastekenaken Luik van het jaar 1999) rijdt Frank kermiskoersen in een sponsor loze outfit. Het zouden zijn laatste wedstrijden zijn.. Een triest einde voor een man die ooit als één van de grootste wielertalenten ooit werd gezien.. Vandenbrouckes verhaal stemt tot nadenken zoveel is zeker. Sommigen vinden de aandacht rond zijn persoon overroepen want hij is toch maar een “ordinaire junkie.” Ikzelf vind dit niet. Vandenbroucke was een gewone jongen die door zijn sportieve talent plots beroemd werd. Hij was mentaal te broos om hier mee om te gaan en eveneens te beïnvloedbaar om zich te verzetten tegen de foute mensen op zijn pad. Met de verering die sommige fans hem nog steeds geven heb ik het moeilijker maar zijn verhaal moet blijven verteld worden. Al is het maar om andere jonge mensen, beroemd of niet , te behoeden voor de afgrond. Noot: het nummer onder de foto van een winnende Vandenbroucke tijdens Luik Bastenaken Luik 1999 is een eerbetoon aan Frank Vandenbroucke: "Ploegsteert" door Het zesde metaal. Ik las het artikel "Evalueren en feedback geven in één? " in het meest recente nummer van Fons (april 2019). Het artikel handelt over de evaluatievorm "rubric of one." Het volledige artikel kan u lezen via deze link.
De "Rubric of one" is een tabel als evaluatieinstrument. Je voorziet in deze evaluatietabel per evaluatieonderdeel slechts één criterium, meestal het te behalen einddoel. Links in de tabel geef je vervolgens aan wat de leerling beter kan doen en rechts geef je aan wat de leerling al goed doet. Ik vind deze evaluatietool persoonlijk zeer nuttig. Ik heb dit proefondervindelijk ondervonden. Ik gaf tijdens mijn stageperiode van mei 2019 een les over de zakelijke brief. Na deze les had ik spijt dat ik geen evaluatietabel had gebruikt. Zo'n tabel maakt het voor de leraar makkelijk om te verbeteren maar ook voor de leerlingen heeft het heel veel voordelen: - de feedback wordt persoonlijker - de leerlingen weten precies wat de te behalen doelstelling is - de leerlingen krijgen inzicht in hun sterke en zwakke punten - feedback is mooi uitgebalanceerd is positieve en negatieve aspecten Conclusie: ik ga de "rubric of one" zeker nog toepassen in mijn aankomende stageperiodes! Op zondag 30 maart 2019 trokken we met een aantal vrienden uit de opleiding Nederlands naar de Turnhoutse bioscoop. Het plan rijpte al langer om samen naar de bioscoop te gaan. We besloten allemaal naar dezelfde film te kijken. De dames waren in de meerderheid en bijgevolg was de keuze voor “Dumbo” vrij snel gemaakt.
Dumbo kadert in de lange reeks Disney films die de laatste jaren een zogenaamde live action remake kregen of nog moeten krijgen. Naar mijn bescheiden mening is dit een gemakkelijke manier voor Disney om de kassa te laten rinkelen. Door te teren op eerder succes van echte klassiekers als “The jungle book” , “Dumbo” en binnenkort ook “The lion king”. Goed wetende dat hun nieuwe animatiefilms schromelijk te kort komen om het niveau van deze pareltjes ook maar te benaderen. U raadt het al, ik ben persoonlijk niet echt voorstander van de live action hype. Enkel naar “the lion king” kijk ik wel uit omdat dit voor mij één van mijn favoriete films aller tijden is. Maar vandaag was het dus de beurt aan Dumbo , het olifantje met de veel te grote oren. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet tot in de details op de hoogte was van het verhaal. Ik heb de oorspronkelijke tekenfilm ooit wel een keer gezien maar dat is te lang geleden om er accurate herinneringen aan op te roepen. In grote lijnen kende ik het verhaal echter wel. Hoe het arme olifantje gescheiden wordt van zijn moeder en in eerste instantie uitgelachen wordt om zijn grote oren. Maar dan leert dat hij er ook een ongelofelijk talent mee kan tentoon spreiden, het blijft aandoenlijk. Toch blijft het raar om tekenfilmfiguren in hun “echte” vorm te aanschouwen. Dat is sowieso wennen. Bovendien zou ik deze remake ook niet tonen aan te jonge kinderen. (wat ook niet helemaal de bedoeling is maar een kind dat de oorspronkelijke film leuk vindt wil deze ook zien) De prent is som zo realistisch dat de oorspronkelijke magie van een tekenfilmverhaal verloren gaat. Naar ik heb gehoord zat het “horrorhuis” met alle gevaarlijke circusdieren (waar ook Dumbo’s moeder wordt tentoongesteld) niet in de oorspronkelijke film. Dat was beter zo gebleven. Men heeft wel geprobeerd om de emotionele en dramatische momenten sterk uit te werken maar toch mist er iets. Ik heb ondertussen de originele tekenfilmscene bekeken waarin Dumbo wordt gescheiden van zijn moeder en deze grijpt me meer naar de keel dan dezelfde scene in de live action. Desondanks biedt de film goed entertainment voor wie niet meer zoekt in een film/ verhaal. De special effects zijn knap en de “echte” dieren mooi ontworpen maar blijven hangen doet de film bij mij niet. Wat me opnieuw bij mijn eerste punt brengt. Sommige klassiekers moeten gewoon met rust gelaten worden. Als ik mijn kinderen later Disney wil laten ontdekken ga ik ze ook eerst de animatiefilms tonen. Wat al goed was, blijft goed! Artikel VRT: "Wordt er echt teveel gevraagd van onze leerlingen in het secundair onderwijs?"4/2/2019 Ik las het opniestuk van Pieter Van Den Bossche (leraar Latij-Grieks) op vrt.be. Het volledige artikel kan u raadplegen via deze link.
Met dit opniestuk reageert de heer Van Den Bossche op een uitspraak van de topman van het Katholiek onderwijs in Vlaanderen, Lieven Boeve. Volgens meneer Boeve zouden de nieuwe eindtermen de lat veel te hoog leggen voor leerlingen in het secundair onderwijs. Van Den Bossche is het hier niet mee eens. Hij schiet met scherp op het vak "mens en samenleving." Er is geen duidelijk competentieprofiel voor dit vak en niemand weet precies wat er de bedoeling van is stelt hij. Dat de taalvaardigheid afneemt is zijn volgende stelling, en dan gaat men nog eens snoeien in het aantal lesuren Frans en Nederlands. Tot slot hekelt hij het "opleuken van de lessen" , de verschuiving van kennisoverdracht naar vaardigheden. Ik moet toegeven dat als leraar in opleiding het verhaal van meneer Van Den Bossche me wel afschrikt. Desondanks ziet hij de zaken wel erg zwart wit. Wat niet wegneemt dat hij hier en daar een punt heeft. Een vak mens en samenleving bijvoorbeeld vind ik erg nuttig als het ook wordt gebruikt waarvoor het dient: leerlingen leren functioneren in een samenleving. Ik heb in het secundair onderwijs bijvoorbeeld nooit geleerd hoe ik een belastingsbrief moet invullen en ik zou het nu nog steeds niet weten.. Wat wel zo is: er zijn inderdaad duidelijke krachtlijnen nodig om zo'n nieuw vak in te kleden en het kan bijgevolg niet zijn dat de mensen binnen de katholieke onderwijskoepel er zelf blijkbaar weinig kennis over hebben. Het snoeien in de uren Nederlands en Frans vind ik dan ook weer een slechte zaak. Ik merk zelf tijdens mijn stagelessen dat de taalvaardigheid van leerlingen erg achteruitgaat. Ik vind dat bedroevend. Nochtans is goed kunnen spreken en schrijven van talen zoals Nederlands, Frans en Engels essentieel om te blijven functioneren in een steeds veranderende wereld. Het verschuiven van het aanbrengen van kennis aan de leerlingen naar het leren door vaardigheden tenslotte is een tendens die niet kan ontkend worden. Dit hoeft geen slechte zaak te zijn want door vaardigheden te gebruiken maak je leren actiever en leer je ook zaken die in de samenleving effectief van pas komen. Zelf zou ik echter pleiten voor een 50/50 verhouding tussen aanbrengen van kennis en leren door vaardigheden. Daarmee samenhangend vind ik persoonlijk dat het net zoals met de taalvaardigheid het met de algemene parate kennis van leerlingen droevig gesteld is. En als je de juiste kennis niet hebt hoe ga je dan je vaardigheden correct toepassen? In ieder geval is over deze kwestie het laatste woord nog niet gezegd. De topman van de katholieke onderwijskoepel heeft ondertussen reeds gereageerd. Zijn reactie kan je hier lezen. De wonderlingen van Brian Selznick is een nogal apart boek. Het kan de lezer afschrikken door zijn omvang maar vergis u niet. Het overgrote deel van dit meer dan 600 bladzijden dikke boek zijn illustraties. Prachtig getekende zwart wit prenten die een beeld scheppen bij het verhaal. Een verhaal dat start in 1766 en waar het eerste deel van de illustraties volledig over gaan. Billy Wonderling is de enige overlevende van een schipbreuk. Terug in Engeland belandt hij in een Londens theater. Hij zal de stamvader worden van een beroemde acteursfamilie. De prenten brengen de familiegeschiedenis in beeld. Als kijker word je als het ware uitgenodigd om zelf het verhaal bij de prenten te reconstrueren.
Het eigenlijke verhaal beslaat slechts een 200- tal pagina's en speelt zich ook bijna 200 jaar later af in 1990. Joseph is een dertienjarige jongen. Zijn ouders brengen hem onder bij zijn oom in Londen. Maar daar aangekomen blijkt zijn oom Albert een eenzaat die Joseph liever kwijt dan rijk is. Joseph ontdekt echter dat zijn oom allerlei geheimen met zich meedraagt. Dat is echter niet alles, ook het oude huis van oom Albert heeft lang niet al zijn geheimen prijsgegeven. Uiteindelijk blijkt Joseph zijn leven onlosmakelijk verbonden met dat van Billy Wonderling.. Maar niet op de manier die hij had verwacht! Een verhaal vol onverwachte wendingen en verhalen achter de verhalen! Een aanrader! |
|