Op zaterdag twee maart ging ik naar het toneelstuk “de erfenis van de koning” kijken. Dit was een voorstelling die ik absoluut wou meepikken. Vandaar dat ik er ook helemaal voor naar Kontich reed samen met “ons moeder” als gezelschap. Er was een zeer duidelijke reden waarom ik dit toneelstuk absoluut wou bekijken. Centraal in het stuk stond namelijk de muziek van Elvis Presley. En zoals iedereen die mij kent al weet (en ook op deze blog is het terug te vinden) ben ik enorme fan van “the king of rock & roll.” De redenen hiervoor zijn divers en ik zou een heel opstel nodig hebben om ze allemaal op te sommen maar laat het er me voor dit verslag op houden dat ik door niemand anders zijn muziek al zo geraakt ben. Daarnaast was Elvis een zeer beleefde , vriendelijke man en bleef hij ondanks zijn roem steeds toegankelijk voor zijn vele fans. Dat Elvis ook nog steeds een jongere generatie aanspreekt zag ik in de zaal. Tot mijn groot jolijt waren er tussen de oudere toeschouwers , die met Elvis zijn opgegroeid, ook enkele tientallen mensen te vinden van beneden de dertig. Daarnaast werd de hoofdrol in het toneelstuk vertolkt door acteur Michael Vroemans , bekend van de soap familie. Het verhaal zelf gaat over vader en zoon “de koning.” Jack De koning (Michael Vroemans) stelt zich vragen over zijn vader Marcel De Koning. Jack heeft zijn vader nooit gekend en zijn moeder heeft nooit veel over hem gezegd behalve dat hij haar heeft verlaten toen ze zwanger was van Jack. Het enige wat hij van zijn vader heeft is een oude stoffige koffer met een dagboek, een brief en heel wat Elvis spullen. Vader Marcel bleek een hevige Elvis fan te zijn geweest. Aan de hand van het dagboek probeert Jack vervolgens het verhaal van zijn vader te reconstrueren. De voorstelling start met de woorden : “er zijn nog zoveel dingen die ik had willen zeggen , je zit steeds in mijn gedachten”, een bijna letterlijke vertaling van het Elvis nummer “always on my mind.” Dit zette meteen de toon voor de rest van de voorstelling. Zo goed elke lijn tekst die Vroemans zei was een Nederlandse vertaling van een Elvis nummer. Ik kan me voorstellen dat een dialoog zo opbouwen een monnikenwerk moet zijn geweest , petje af voor het toneelgezelschap. Ondanks dat Vroemans de enige acteur in het stuk was werd het toch nooit saai. Dit kwam door zijn onmiskenbare talent om te acteren. Je zag als het ware die opgekropte woede van Jack jegens zijn vader. Het onbegrip omdat hij zijn moeder verliet. “”Een klootzak” zo noemde hij hem. In elke scene komt Jack meer te weten over zijn vader. De afzonderlijke scenes werden aan elkaar geplakt met behulp van een orkest dat mee op het podium stond. Zij brachten bij elke overgang een Elvis nummer in eigentijdse versie. Uiteraard paste het nummer in kwestie bij de scene die het publiek zonet had gezien. Het was prachtig om te zien en te horen dat men niet enkel de bekende nummers van Elvis gebruikte. Ook enkele minder bekende nummers passeerden de revue. (Enkele nummers die in de voorstelling werden gespeeld komen onderaan deze blog aan bod met een woordje uitleg.) Doorheen de voorstelling wordt duidelijk dat Marcel De Koning in de vroege jaren 60, toen zijn vriendin net zwanger was van Jack ,de kans kreeg om voor het muziekblad jukebox (een tijdschrift dat echt heeft bestaan) als correspondent te gaan werken in Amerika. Voor hem was dit de kans van zijn leven. Amerika dat was het land van zijn grote idool Elvis. Als correspondent van een vooraanstaand muziekblad zou hij hem misschien wel ontmoeten (wat ook gebeurt zo leren we later). De moeder van Jack bleef echter alleen achter met een ongeboren kind. Nochtans wou Marcel wel dat zijn vriendin met hun kind ook naar Amerika zouden emigreren. Om praktische redenen was dit echter niet mogelijk. We zien hoe Jack in zijn jonge jaren vaak worstelde met het feit dat zijn vader voor de geboorte zijn moeder in de steek liet. Hij kwam in de problemen op school , hij kwam in problemen buiten school. (Deze scene wordt perfect geïllustreerd door het lied “in the ghetto”). Terwijl Jack door het dagboek van Marcel raast leert hij dat ze ondanks alles toch iets gemeen hebben. Tomeloze ambitie en de wil om dromen na te jagen. Na het laatste hoofdstuk in het dagboek gelezen te hebben opent hij de brief. (Zijn moeder heeft hem nooit willen openmaken.) In de brief excuseert Marcel zich uitgebreid tegenover Jack zijn moeder. Hij schrijft over zijn spijt en dat hij haar altijd graag is blijven zien. Hij vraagt ook naar zijn kind. Jack besluit met een diepe zucht, ruimt de spullen van zijn vader terug op en verdwijnt. Terwijl Vroemans en de muzikanten het podium afstappen weerklinkt het Elvis nummer “in my way” in originele versie. Een prachtig sluitstuk. De acteur en muzikanten nemen vervolgens een staande ovatie in ontvangst die minutenlang aanhoudt. Uiteraard heb ik genoten van het stuk , in de eerste plaats omdat ik zelf groot Elvis fan ben. Desondanks denk ik toch dat ook andere mensen die misschien niet zo’n grote fans zijn ook van het stuk kunnen genieten. Het stuk gaat namelijk niet over Elvis al is hij uiteraard wel de rode draad. Het verhaal zit knap in elkaar en Michael Vroemans acteert met passie en overtuiging. Het feit dat zijn verschijning bijdraagt tot de aanwezigheid van nog andere jongere toeschouwers zorgt er misschien wel voor dat ook zij worden aangesproken door de muziek van Elvis. De gebruikte nummers werden ook heel mooi gebracht. In eigentijdse versies maar steeds met respect voor het origineel. Het stuk werd slechts driemaal opgevoerd maar was wel evenveel keer uitverkocht. Ik ben blij dat ik erbij was. Enkele nummers die in de voorstelling werden gebruikt waren: Always on my mind: een van mijn persoonlijke favorieten , de lyrics en de manier waarop Elvis ze zingt dringen diep door tot in elke vezel van mijn lichaam. In the ghetto: Zowat de enige maatschappij kritische song waar Elvis zich ooit aan waagde. Past perfect bij de scene over Jack zijn moeilijke jeugd. Love me tender: Titelsong van Elvis zijn eerste langspeelfilm. Ook vandaag nog een van de meest bekende liefdesliedjes aller tijden. Tommorow is a long time: Origineel van Bob Dylan. Die was echter in de wolken toen Elvis vroeg of hij het mocht coveren. Volgens Bob Dylan de beste cover van één van zijn liedjes ooit. Black star: De titelsong van de Elvis speelfilm flaming star (de titel en de lyrics werden voor de film herwerkt. Het toneelgezelschap koos echter voor het origineel). Het lied gaat over de dood en was de inspiratie voor het laatste album van David Bowie (Blackstar, 2016). Trouble: “If you’re looking for trouble you came to the right place. If you looking for trouble just look right in my face.” De eerste lijnen van deze song zeggen genoeg. Trouble is een muzikaal hoogtepunt van de soundtrack van “king creole” een Elvis speelfilm uit 1958. Exact tien jaar later deed het nummer ook dienst als opening voor “Elvis: the comeback special” uit 1968. Deze tv special zette Elvis terug muzikaal op de kaart nadat zijn filmcarrière was vervallen in een straatje zonder einde met steeds dezelfde romantische musicals met dezelfde verhaallijnen en goedkope producties. Het vijftigjarig bestaan van de comeback special werd onlangs nog herdacht in Amerika met een heuse tribute show waarin hedendaagse sterren zoals Ed Sheeran (can’t help falling in love) , Jennifer Lopez (heartbreak hotel) en Post Malone (Elvis medley) hun opwachting maakten. Helaas is de show (voorlopig) niet in Europa te zien.
0 Reacties
Ik bezit de eigenschap dat een groot scala aan diverse onderwerpen me enorm interesseert. Ik heb reeds gemerkt dat dit een rijkdom maar ook een handicap kan zijn. Naast sport, geschiedenis, muziekgeschiedenis, Nederlands, natuur, Elvis, .. ben ik dus ook enorm geboeid door dino's. Al van toen ik heel klein was kreeg deze microbe me te pakken! Bijgevolg ben ik ook grote fan van de Jurasic park film franchise. Onlangs haalde ik alle vijf tot nu toe uitgebrachte films in huis. Het boek van Michael Crichton waarop de filmfranchise is gebasseerd had ik echter nog nooit gelezen. Men zegt altijd dat men eerst het boek moet lezen voor men de film kijkt , dat heb ik dus niet gedaan. Al die tijd had ik het boek in mijn bezit maar het lag slechts stof te happen op zolder voor jaren. Tot nu.. De rijke ondernemer John Hammond bezit een eiland voor de kust van Costa Rica. Hij heeft hier een "biologisch reservaat" opgericht en vraagt paleontologen Dr Alan Grant en Dr Ellie Sattler mee op een uitstap naar zijn eiland om het reservaat goed te keuren voor opening. Ze krijgen gezelschap van verzekeringsagent Donald Genarro en van Wiskundige Ian Malcolm. Aangekomen op het eiland blijkt dat Hammond met zijn firma Ingen in het grootste geheim dino's heeft gemaakt.. De dieren lopen na 65 miljoen jaar opnieuw op aarde rond. Aanvankelijk lijkt alles goed te lopen en vindt iedereen dit nieuwe themapark fantastisch. Er lopen achter de schermen helaas al langer kleine dingetjes fout. Wanneer parkmedewerker Dennis Nedry de beveiliging uitschakelt om zo dinosaurus embryo's te kunnen stelen en deze voor veel geld te verkopen ontsnappen de dieren en wordt de uitstap een strijd om te overleven.. Het verhaal van jurrasic park is ondertussen welbekend. Toch loont het nog steeds de moeite om het originele boek te lezen. Je maakt er namelijk dingen mee die niet te zien zijn in de film. Ook zijn sommige verhaallijnen iets anders in het boek dan in de film. Zo sterft Ian Malcolm in het boek terwijl hij blijft leven in de film. Hetzelfde gebeurt met het personage John Hammond terwijl jachtopziener Robert Murdoch blijft leven in het boek en sterft in de film. De mensen die vertrouwt zijn met de gehele filmreeks zullen ook opmerken dat enkele scenes uit het boek niet gebruikt zijn in de originele film maar wel in de sequels. Dit gebeurt onder andere met de scene waarin een miljonairsdochter wordt aangevallen op het strand ( te zien in "The lost world") en met de scene waarin een pterosaurus (vliegend reptiel) een kooi op zijn kop krijgt. (Jurrasic park 3). Persoonlijk vind ik wel dat de karakters in het boek wel minder sterk zijn uitgewerkt dan in de film. Zo krijgt Dr Grant in de film allerlei eigenschappen die hem uniek maken (hij houdt bijvoorbeeld niet van kinderen wat soms tot hilarische situaties lijdt). In het boek daarentegen is hij een eerder grijs figuur die ook totaal geen probleem heeft met kinderen. De charme en de oneliners van Ian Malcolm (zoals het beroemde "life finds a way" , het leven vind zijn weg) zitten ook niet in het boek. Charme is natuurlijker moeilijker over te brengen op papier dan op beeldscherm. John Hammond tenslotte lijkt in het boek megalomaan, hij houdt tot het laatste moment vol dat Jurassic park kan werken. In de film daarentegen zie je in de loop van de twee dagen die het verhaal bestrijkt zijn schuldbesef groeien. Deze verschillen tussen boek en film zijn vrij makkelijk te verklaren. Toen Michael Crichton in 1990 dit boek schreef kwam gentechnologie stevig in opmars. Enkele jaren later (1996) zou er met "Dolly het schaap" voor het eerst een gekloond dier op aarde rondlopen. Crichton zijn boek is in eerste instantie een aanklacht en een waarschuwing om niet voor God te spelen (iets wat letterlijk in het boek word gezegd) en bijgevolg niet met de natuur te knoeien. Om deze boodschap de laten overkomen had het boek geen overvloed aan "round characters" nodig. Uiteraard moet dit voor een filmpubliek wel. Wil dit nu zeggen dat je het boek niet moet lezen ? Absoluut niet! Ik ben blij dat ik het na zoveel jaren eindelijk eens gedaan heb. Hou alleen in het achterhoofd dat boek en film met twee verschillende doeleinden zijn gemaakt! Duaal leren, waarbij jongeren een brede vorming krijgen in combinatie met een grondige opleiding op de werkvloer,loopt momenteel proef in 42 studierichtingen. Waarvan slechts 2 studierichtingen in het BUSO. In 2019-2020 wordt dit uitgebreid naar 79 studierichtingen. Het volledige artikel kan u lezen via deze LINK.
Dit artikel sprak me aan omdat wij met de opleiding in oktober 2018 nog op bezoek zijn geweest op een BUSO school. We konden een dag meekijken achter de schermen en enkele klassen observeren. De opleidingen in het BUSO waren zeer praktijkgericht, ik denk daarom dat het invoeren van 'duaal leren ' voor een groot aantal van deze richtingen een enorm goede zaak is. Uiteindelijk is dat de bedoeling van de BUSO scholen, een jongere na zijn opleiding meteen te laten meedraaien op de arbeidsmarkt. Ik denk dan ook dat hoe meer praktijk deze jongeren in hun opleiding al ervaren, hoe beter hun kansen om snel een goede job te vinden. Ik zie hierbij eigenlijk enkel positieve punten. De jongeren zullen ook meer gemotiveerd aan de slag gaan op school denk ik. De vele praktijkervaringen maken het einddoel tastbaar! Artikel GVA: Tachtig procent van de leerkrachten vindt dat het niveau van het onderwijs daalt."12/20/2018 Gva (en andere Vlaamse media) komt naar buiten met het feit dat leraars zelf vinden dat de kwaliteit van het onderwijs daalt. Men baseert zich hierbij op een onderzoek uitgevoerd door iVOX (onderzoeksbureau) bij 2920 leerkrachten. Uit dit onderzoek blijkt ook dat de leerkrachten weinig goeds verwachten van de onderwijshervorming die is voorzien tegen september 2019. Deze onderwijshervorming en de onderwijskwaliteit zijn de laatste maanden een alomtegenwoordig discussiepunt binnen het Vlaamse onderwijslandschap. Het originele artikel kan u raadplegen via deze LINK.
Ik koos ervoor dit artikel te behandelen omdat het zeer dicht bij mijn leefwereld als toekomstig leraar aansluit. Het gaat over zaken die betrekking (zullen) hebben op mijn eigen leven. Ik moet eerlijk zeggen dat ik mezelf ook een beetje zorgen maak over de kwaliteit van ons onderwijs. Het lijkt wel of het basisprincipe van het onderwijs, namelijk een jongere kennis bijbrengen teneinde dat hij voldoende voorbereid zijn functie in onze maatschappij kan opnemen, verdwenen is naar de achtergrond. De kennisoverdracht heeft plaatsgemaakt voor het 'beleven', 'het leuk vinden' en 'het zich goed voelen' op de schoolbanken. U gaat me nooit horen vertellen dat deze zaken niet belangrijk zijn , integendeel. Elk kind zou zich goed moeten voelen op school en zichzelf moeten kunnen zijn. 'Gewone' kennisoverdracht blijft echter ook van levensbelang. En ja het kan zijn dat het kind dit saai vindt. Later in het volwassen leven zal het helaas ook dingen tegen zijn zin moeten doen. En er zomaar van uitgaan dat je alle kennis toch meteen kan opzoeken op je telefoon is hierbij zeker een slechte raadgever. Ik denk dat het onderwijs vooral op zoek moet gaan naar een goede mix tussen het aanbieden van kennis en een veilige schoolomgeving aanbieden waar elk kind zijn volle potentieel kan ontwikkelen. Niet alle conservatieve standpunten zijn slecht. Ik denk dat jonge leraars veel kunnen leren van hun oudere collega's maar andersom kan dit zeker ook. Behoud daarom de goede zaken uit het verleden en stop zeker niet met innoveren maar doe het daar waar nodig en niet 'hervormen om te hervormen.' De laatste jaren stijgt het aantal leraren dat eigenlijk pensioengerechtigd is maar toch nog voor de klas staan met rasse schreden. We kunnen ons afvragen wat de oorzaken hiervan zijn en of dit wel een goede zaak is? (Het volledige artikel op knack.be vindt u via deze LINK)
Dit artikel boeit me ten zeerste omdat ik me als jonge, toekomstige leraar dan afvraag "en waar zijn al die jonge, gemotiveerde, nieuwe leerkrachten?" Het antwoord dat ik vaak te horen krijg van jonge starters is dat ze vaak ten onder gaan aan de hoge werkdruk, de vele interims en het vele pendelen tussen verschillende scholen. Het gebrek aan een vaste betrekking is inderdaad een groot pijnpunt en zou dat ook voor mij kunnen zijn in de toekomst. Bovendien blijkt uit het artikel dat scholen zich nog altijd schuldig zouden maken aan 'vriendjespolitiek'. Met andere woorden ze werven de leerkrachten aan met de beste kennissen en niet met de beste kennis. Veel scholen zoeken in geval van nood ook niet actief naar een vervanger maar doen snel beroep op een oud leerkracht. Ik wil absoluut geen pleidooi houden tegen gepensioneerde leerkrachten want een oudere leerkracht met heel veel bagage aan ervaring kan voor jonge leerkrachten een soort mentor zijn en hen heel veel bijleren. De waarde hiervan kan niet worden onderschat. Bovendien zijn vele oudere leerkrachten nog steeds heel gemotiveerd om voor een klas te staan en hun kennis over te brengen. Op je job goed uitoefenen staat nu éénmaal geen leeftijd! Toch zou een goed gestructueerd en georganiseerd personeelsbeleid op zijn plaats zijn in de Vlaamse scholen. Want binnenkort zijn er meer pensioengerechtigde leraren dan nieuwe, jonge leraren en dit kan niet de bedoeling zijn denk ik dan. Ik zou ook werk maken van een degelijke begeleiding van jonge, startende leraren. Zoals ik hierboven ook al zei, oudere leraren kunnen hierbij een mentorrol vervullen! Zo krijgen we terug een gezonde mix van ervaring en vernieuwing op onze schoolbanken. "Het oog kijkt terug. Rond en glimmend en even zwart als een van de nachten waarin hij ijskoud van angst aan zijn bed vastgevroren ligt. [...] van het oog gaat iets betoverends uit, zoals toen hij als kleine jongen het ventje achter de spiegel zocht. Waarom zou hij nu bang zijn? Het is klaarlichte dag en hartje zomer. Bij het ontbijt kroop er zelfs een lieveheersbeestje over tafel, wat altijd een goed voorteken is. Het oog is ook overduidelijk niet dat van een mens. Dat zou heel wat anders zijn.
Het oog kijkt en wacht af. De jongen doet precies hetzelfde, zonder dat ze elkaar ook maar een seconde loslaten, zodat hij opnieuw aan spiegelbeelden moet denken. We peilen de diepte van elkaars ziel, denkt hij." Het oog beschreven in dit fragment is dat van een eend. Sune is de jongen bij de eend. Deze eend is voor hem zijn maatje , zijn bron van troost wanneer alles hem even te veel wordt. Sune is speciaal en wordt daarom ook wel eens gepest.. Hij heeft het gevoel dat niemand hem begrijpt.. De natuur is zijn grote liefde! En.. Saimi, het meisje van de supermarkt. Zij neemt hem als een van weinigen serieus. Sune wil later met haar trouwen! Ook met zijn vader Mikhail heeft Sune een goede band maar met zijn zus Ida is deze veel minder. De moeder van Sune en Ida stierf toen Sune werd geboren. Toch wenst ze hem elke nacht welterusten, als een heldere ster aan de hemel. Ida is hier heel nuchter in en stelt botweg dat dat absoluut niet kan. Toch blijft Sune het geloven. Die dag als Sune nogmaals troost zoekt bij zijn eend ontmoet hij Borr. Eerst is hij bang als hij iemand hoort aankomen. Hij denkt dat het de jongens zijn die hem altijd pesten! Gelukkig kan Borr hem kalmeren. Borr blijkt op vakantie te zijn in de Zweedse streek (Norrland) waar sune woont. Hij is er samen met zijn moeder die helaas met een zware depressie kampt. Zijn moeder wil enkel lezen en aan het zwembad liggen. Borr verveelt zich dan ook enorm en hij is blij om met iemand te kunnen praten! Uiteindelijk scheiden hun wegen opnieuw na dit eerste gesprek.. Sune is bijna 18 en in zijn hoofd heeft hij een baan en geld nodig om te beginnen met het opbouwen van een leven. Een leven waar ook een vriendin in voorkomt uiteraard. Hij besluit werk te zoeken bij Lasse, de vriendelijke man die boten verhuurt en een terrasje heeft en daar ontmoet hij Borr opnieuw. Borr wil naar de waterval. Aangezien Sune een enorme kennis heeft van de plaatselijke natuur en ondanks alles steeds vriendelijk is wil hij hem brengen. Hier ontstaat de definitieve vriendschap tussen de twee jongens. Sune is blij met zijn nieuwe vriend en met zijn werk! Alles lijkt eindelijk goed te gaan. Maar Sune weet dat aan Borr zijn vakantie een einde zal komen en dat er in de winter geen werk zal zijn. Toch is Sune gelukkig. Tot de twee jongens meisjes tegenkomen.. Dit verandert alles. In Sune zijn hoofd stapelen steeds meer dingen zich op.. Tot je grote schrik ontdek je in de loop van het verhaal dat Borr deze hele tijd het verhaal al tegen de politie zit te vertellen.. Wat is er in hemelsnaam gebeurd? Waar is Sune? De andere helft van het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Sune zelf. Hier kom je te weten hoe hij de wereld ziet en dit is behoorlijk complex.. Max is een vijftienjarige jongen die houdt van alle dingen waar jongens van die leeftijd doorgaans van houden. Hij voetbalt, kijkt graag films , hij gaat graag uit met zijn vrienden en hij heeft een studentenjob in de lokale supermarkt. Met andere woorden, het leven lacht hem toe!
Althans tot er lymfeklerkanker wordt vastgesteld bij de jongen.. Max kan absoluut niet tegen zijn verlies en wil ook deze strijd winnen. De prognoses zijn ook vrij goed met 90 procent kans dat hij het overleeft. Max gaat er vol tegenaan met chemoseesies en de bijhorende misselijkheid. Van een onbezorgde puber verandert Max in een jongen-met-kanker. Hij beschrijft de pijn, de vermoeidheid, de misselijkheid, het overgeven. Hij beschrijft ook de angst, die pas komt als alles achter de rug lijkt te zijn. De angst die eigenlijk heel normaal is, zoals de psychologe Isabel zegt: ‘Leven na kanker is hard werken.’ Tijdens zijn ziekte had Max geen tijd om bang te zijn, en dat moest later ingehaald worden. Hij zal deze kanker overwinnen. Bij zijn strijd krijgt hij steun van vrienden en familie maar ook van mensen van wie hij het totaal niet verwacht zoals meer vage kennissen en verdere familieleden. De echte beproeving komt echter pas na het overwinnen van de kanker. Zoals hierboven al aangehaald had Max tijdens de behandeling geen tijd om angst te kennen. Maar nu hij genezen is komt het volle besef dat het ook anders had kunnen aflopen.. "Kijk, in de nacht ben je van de wereld. En als je dood bent – dan ook. De nacht en de dood, ze lijken op elkaar." Ik wou dit boek absoluut lezen omdat ik in mijn jonge leven al meermaals ben geconfronteerd met kanker en ik weet als geen ander dat het anders kan aflopen. Mijn oma had het en stierf er aan, Mijn opa had het en stierf er aan en mijn vake had het en stierf er aan. Enkel bij deze laatste was ik oud genoeg om het hele proces bewust mee te maken. Al was mijn vake geen jongeman meer toen hij de ziekte kreeg (hij was 77 toen hij na een korte , hevige strijd van drie maanden stierf) toch blijft het een orechtvaardige ziekte, op elke leeftijd. Ik moest bij de beschrijvingen in het boek meermaals terugdenken aan de momenten dat ik vake opgerold in bed zag liggen, vechtend tegen de krachten die zijn sterke lichaam aan het kapotmaken waren. Iemand met zijn ijzeren conditie zou minstens 100 jaar oud worden dacht ik altijd.. Sinds die ervaring begon voor mij het gevecht ook. Ik herken me in Max. Ook al kreeg ik zelf geen kanker, de ziekte bij mijn vake ervaren was voor mij genoeg om sindsdien vaker en dieper na te denken over de dood. Het is iets waar we ooit allemaal voor zullen staan maar gezien mijn familiegeschiedenis vrees ik kanker als geen ander. Ik lees er vaak over , fictieve boeken zoals dit boek of Non- fictieve boeken zoals 'door de pijngrens' van Lance Armstrong (wat ondanks zijn dopingbekentenissen een ontzettend relevant verhaal blijft op gebied van kanker). Maar de angst voor de ziekte , en de dood op zich die blijft. Misschien moet ik zelf een verhaal neerpennen om hiermee om te gaan ? In het novembernummer (2018) van het tijdschrift "Fons" vinden we dit artikel terug. Het gaat om een opiniestuk naar aanleiding van de discussie over het belang van het vak "Nederlands". Men wil namelijk een nieuw vak , "mens en samenleving" invoeren in het eerste jaar van het secundair onderwijs. Dit zou ten koste gaan van een uur Nederlands. Maar is dit ook wel zo?
In de politiek was hier alvast veel om te doen. De NVA vindt het uur Nederlands laten sneuvelen een slecht signaal, zeker in een tijd waarin de schrijf - en leesvaardigheid slecht gesteld is. Als toekomstig leraar Nederlands kan ik me wel vinden in dit standpunt. Mijn hart bloedt ook als ik merk dat kinderen geen hoofd - en bijzaken kunnen onderscheiden in een tekst. Of erger nog, geen correcte mail , brief of iets dergelijks kunnen opstellen. Toch moedigt dit opiniestuk de lezer aan verder te kijken dan zijn neus lang is. Door de innovatieve ontwikkelingen binnen ons onderwijs de laatste jaren wordt er steeds meer gewerkt met onderwijsvormen zoals co-teaching. Waarbij je lesdoelen van twee verschillende vakken bij elkaar kan zetten. Ik vind dit op zich wel een goed gegeven, zo zien de leerlingen ook een nuttig verband tussen de verschillende onderwijsvakken. Teksten opstellen en analyseren gaat inderdaad ook evengoed bij pakweg een les geschiedenis of een les biologie. Het gezegde "elke leerkracht is een taalleerkracht" klopt in deze zin als een bus. Elke leraar zou in principe moeten waken over een correct taalgebruik in zijn lessen. Uiteraard blijft de leerkracht Nederlands de vakexpert en mag Nederlands als vak uiteraard nooit verdwijnen. Ik wil ook nog een kort woordje neerpennen over het vak dat het uurtje Nederlands zou vervangen: "mens en samenleving". Ik denk absoluut dat er nood is aan zulk vak. In dit vak zouden leerlingen verschillende aspecten uit de samenleving behandelen zoals burgerschap, ondernememingszin en geldzaken. Dit zijn vakgebieden die , indien ze op een correcte manier onderwezen worden, de leerling effectief voorbereiden op deelname aan de samenleving. Iets wat ik in mijn eigen schoolloopbaan in het secundair altijd heb gemist. Ik moet bijvoorbeeld nog steeds aan mijn moeder vragen hoe ik nu ook al weer mijn belastingsbrief moet invullen.. Het was een tijdje geleden dat ik een roman las. De laatste maanden heb ik eigenlijk enkel biografieën gelezen. Nu ik mijn opleiding als leraar terug heb hernomen (ik was helaas gestopt in het verleden) moet ik mij ook wel terug in romans verdiepen. Dit was een verademing moet ik zeggen. Zeker omdat dit boek een controversieel thema behandeld. Over zulke thema’s lees ik graag. De titel ‘’Mijn vriend Hitler’’ zegt al genoeg. Auteur Piet De Loof heeft zich verdiept in de jeugd van Adolf Hitler en heeft daar dit jeugdboek over geschreven. Het boek is trouwens gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de vriendschap tussen Adolf Hitler en August Kubizek gedurende beide heren hun jeugd. (Deze laatste schreef daar zelf ook een boek over.)
Het verhaal begint al met een belangrijke noot. De auteur vraagt zich af of het mogelijk is om een van de beroemdste massamoordenaars uit de geschiedenis voor te stellen als mens. Hij komt tot de conclusie dat dit niet enkel mag maar ook moet. Want zelfs zo’n grote misdadiger als Hitler was ook gewoon een mens , een mens zoals jij en ik. Het grote kwaad dat zich van hem meester maakte moet ergens geworteld zijn. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met August Kubizek. We zijn 1956, Kubizek is een dirigent op het einde van zijn loopbaan en zijn leven. Hij speelt nog een laatste stukje muziek. Hij begint aan een concert vol met favoriete muziek van zijn enige jeugdvriend die hij ooit had. Adi noemde hij hem, Adolf Hitler. Hierna worden we vanuit het standpunt van Kubizek meegenomen naar het verhaal van deze bijzondere vriendschap. August Kubizek was de zoon van een stoffeerder en meubelmaker in Linz. Maar zijn echte passie was muziek. Vaak bezocht hij opvoeringen in de stad. Het was tijdens één van die opvoeringen dat hij Adolf Hitler tegen het lijf liep. Men moet hierbij in rekening houden dat men toen nog niet sprak over Adolf Hitler de nazi. Het was 1905 en zelfs de eerste wereldoorlog moest nog plaatsvinden. De jonge Hitler was een (naar de tijdsgeest) normale jongeman. Bij de eerste ontmoeting met Kubizek gedroeg hij zich echter meteen autoritair. Hij had op de opvoering van de musical heel wat aan te merken en Kubizek hong dan ook meteen aan zijn lippen. De twee jongens werden vrienden. Adi en August. De jonge Hitler droomde ervan om kunstenaar te worden. Hij wou doodgraag gaan studeren in Wenen. Op het moment van het verhaal bereidt hij zich voor op het ingangsexamen voor de kunstacademie. In het verhaal komt Hitlers autoritaire persoonlijkheid meteen naar boven. Steeds voert hij het hoge woord, steeds heeft hij wel iets aan te merken op vlak van muziek, politiek of architectuur. Op dit moment in Hitlers leven is zijn vader reeds overleden. Zijn vader, die veel dronk en gewelddadig was. Ook tegen de jonge Adolf. Het is een van de weinige diep persoonlijke dingen die hij aan August verteld. August merkt eveneens Adolf zijn onvermogen om zich in anderen in te leven op. Enkel voor dieren koestert hij een enorme sympathie. Een uitzondering op de regel is zijn moeder. Wanneer zijn moeder sterft aan een slepende ziekte ziet August hem voor de eerste en enige keer een traan wegpinken. August merkt ook de overtuigingskracht van Adolf op. Die kracht is zelfs zo sterk dat het Adolf is die August zijn vader overtuigt om hem zijn passie te laten volgen, de muziek. Zo komt het dat de twee jongens samen gaan studeren in Wenen. Hitler als kunstschilder (‘’het ingangsexamen was een eitje’’) en Kubizek als muzikant. In Wenen gaan de twee jongens samen een kamer huren. De sfeer wordt echter steeds minder. August maakt snel vorderingen en is een echt muzikaal talent. Adolf wordt daarentegen steeds meer prikkelbaar (wat hij van nature al was). Uiteindelijk blijkt dat Hitler nooit is toegelaten op de kunstacademie in Wenen. Uiteraard was hij nu jaloers op August, die hij maandenlang een rad voor ogen draaide. Desondanks bleven de twee vrienden en helpt August hem om een nieuw doel in zijn leven te vinden. Het mag niet baten, Hitler blijft geloven dat hij ooit een groot kunstenaar kan worden. Een quote van August beschrijft Hitler’s toestand op dat moment goed: “In Linz was Adi een intelligente vriend geweest die het altijd beter wilde weten. En het vaak ook beter wist. Ik laafde mij aan zijn kennis, aan zijn plannen en aan zijn dromen. In Wenen was Adi een ander mens , zonder vaste grond, zonder vast doel. Hij was verbitterd, het was hij tegen de rest, hij tegen de mensen die hem niet begrepen en zijn droom een groot kunstenaar te worden aan diggelen hadden geslagen. Die bitterheid en die woede zouden alleen maar toenemen. “ Uiteindelijk verbreekt Hitler in de zomervakantie elk contact. Er komen geen brieven meer en hij lijkt van de aardbol verdwenen. Hoe zeer August ook blijft zoeken. Veel later ,toen Hitler naam begon te maken in de politiek stuurt August hem een kaartje wat onbeantwoord blijft. Tot August in 1933 door Hitler zelf wordt uitgenodigd. Iets wat in 1938 opnieuw gebeurd. Tijdens deze gelegenheden halen de twee herinneringen op. Hitler staat er eveneens op de studie van August zijn zonen te betalen. Uiteraard schrok August, die zelf altijd apolitiek was, zich een ongeluk van het monster dat Hitler werd tijdens de oorlog. Na het einde van de oorlog werd hij zelfs opgepakt op verdenking van medewerking aan het nazisme. Maar August bleef herhalen dat Hitler en hij elkaars enige vriend waren tijdens hun jeugd. En ondanks alles bleef August hem ook zo zien. Aan het einde van het boek rond de oude August Kubizek zijn concert af. Een concert voor zijn vriend Adi zo weet hij. Op de laatste pagina springt deze quote er nog uit, eentje die perfect is om deze bespreking mee af te ronden. “Mijn vriend, zo denk ik nog altijd over hem. Zonder hem was ik niemand. Zonder hem had ik mijn leven gesleten als meubelstoffeerder en behanger in Linz. Nu werd ik dirigent. Ik dirigeerde dezelfde opera’s waar ik met Adi naar ging kijken, dezelfde symfonieën die ons ooit in vervoering brachten. Adi schonk mij het leven waar ik van droomde en tegelijk verwoestte hij het leven van miljoenen anderen. Dat kan ik nog altijd niet vatten. “ De figuur van Adolf Hitler was een van de redenen voor mij om dit boek te lezen. Ik wil wel duidelijk stellen dat ik deze man zijn daden absoluut verafschuw. Maar ik vind het erg boeiend om bij zulke zware misdadigers te proberen achterhalen waar het kwaad ergens is gegroeid. Ondanks de vreselijke dingen die Hitler heeft gedaan was ook hij ooit een gewone jongen , iemand zoals u en ik. Hoe zo iemand dan kon uitgroeien tot de beruchtste oorlogsmisdadiger aller tijden houdt me wel bezig. Naast Nederlands is geschiedenis het tweede vak waar ik me als leraar op richt. Vanuit geschiedkundig oogpunt is dit verhaal dan ook boeiend geweest voor mij. Ik kende het verhaal van Kubizek al een beetje en ondanks dat de dialogen in dit boek (uiteraard) zijn verzonnen geeft het adolescenten toch een waarheidsgetrouw beeld van Hitler’s jeugd. |
|